Aanleg:
Vanger van muizen en ratten, de grotere maten als waak-en verdedigingshond.

Grootte:
De schofthoogte is tussen de 30 en 35 cm.

De vacht:
De vacht is ruwharig. Voorkomende kleuren zijn peper-en-zout, zwart-zilver, zwart en wit. Bij een trimbeurt, twee maal per jaar, dan ruit de dwerg niet.

Aard:
Levendig, attent, intelligent, eigenzinnig en soms koppig, waaks, onvermoeibaar, trouw aan het gezin en onomkoopbaar.

Opvoeding:
De dwergschnauzer heeft ondanks zijn miniatuurformaat een baas nodig die stevig in zijn schoenen staat en die de hond consequent en eerlijk opvoedt. Schnauzers zijn snelle en pientere leerlingen, maar vaak hebben ze zo hun eigen ideeën over de commando's die gegeven worden. Wissel de oefeningen af met spelen en herhaal ze niet te lang achter elkaar.

Sociale aanleg:
Over het algemeen kunnen de Schnauzers goed opschieten met kinderen en andere huisdieren, mits ze in huiselijke kring zijn groot gebracht. De eerste paar maanden zijn van groot belang voor de rest van zijn of haar leventje. Missen ze in die periode, de zo belangrijke sociale huiselijke opvoeding, dan krijg je dat nooit meer bijgespijkerd.

Beweging:
De Dwergschnauzer heeft enorm veel energie. Wandelingen in de vrije natuur of lekker ravotten in de tuin vinden ze heerlijk. Neem ze dus zo veel mogelijk mee naar buiten.